h

Ik ga de dialoog aan met mijn peuter

26 november 2014

Ik ga de dialoog aan met mijn peuter

Raadslid zijn is ontzettend leuk. Maar niet altijd. En nu ik toch bezig ben, wil ik ook graag maar bekennen dat ik geen "samenbrenger", "medekantelaar", "beuker", "koorddanser" of "geleider" ben. Dat komt misschien even hard over, maar de werkelijkheid is nu eenmaal soms zo.

Op een congres met raadsleden uit heel het land werd aan raadsleden gevraagd hoe zij hun eigen rol zagen. Blijkbaar zijn er dus raadsleden in den lande die zichzelf als "beuker" zien, maar ik denk daarbij eerder aan stevige mannen en rugby. En rugby is toch moeilijk een vorm van volksvertegenwoordiging te noemen. Want laten we wel zijn, raadslid zijn is niets meer en niets minder dan een volksvertegenwoordiger zijn. Ik ben gekozen door de achterban van de SP en dat is een enorme eer. Dat ik namens hen hun belangen naar voren mag brengen en kan behartigen in de gemeenteraad. Ik vecht in het debat tegen de vertegenwoordiger van bijvoorbeeld de neoliberalen en heb de mensen in de stad nodig omdat het essentieel is dat ik nog steeds weet dat ik hen vertegenwoordig en niet dat ik er alleen nog voor mijn eigen eer en glorie zit.

Dat kan ik niet goed doen als ik niet enigszins dezelfde taal spreek als die mensen. En ik heb nog nooit iemand op straat horen zeggen "ik ga de dialoog aan met mijn peuter", "we krijgen minder loon dus er ligt een taakstelling op de weekboodschappen" of "we participeren tegenwoordig niet meer zo goed samen, dus we gaan gedurende het huwelijksproces, gezamenlijk invulling geven aan onze relatiekans."

En op de één of andere manier is deze taal wel gebruikelijk in raadsvergaderingen en beleidsstukken. Het erge daarvan is dat mensen geen flauw idee meer hebben wat er nu eigenlijk gezegd wordt terwijl het wel over hun omgeving gaat. Ook voor raadsleden wordt de discussie dan lastig: wat wordt er nou echt gezegd en wat wat er dan concreet gedaan?

Ik heb soms een ontzettende hekel aan de politiek, omdat ik wel veel van die grote woorden hoor, maar zo weinig grote, echte verhalen, verhalen over hoe politici de wereld zien, wat ze willen doen om die betere wereld te bereiken. Vaak wordt er alleen geneuzeld over de details waardoor volksvertegenwoordigers technische ambtenaren worden. De vorige verkiezingen werden gedomineerd door een discussie of we als Nederland wel of niet aan de 3-procentsnorm moesten voldoen. Welk gedeelte van de mensen werd door die discussie vertegenwoordigd? Wie had er aan de keukentafel eenzelfde gesprek?

Soms ken ik niet alle cijfers. Soms ken ik ook niet alle details. Maar ik weet wel wie ik vertegenwoordig, wat hun verhaal is en hoe ze dat willen bereiken. En dat grote verhaal breng ik graag in de raad, zonder grote woorden. Want het volksvertegenwoordigerschap is dat, niets meer en niets minder.

U bent hier