h

Schaf ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’ af

18 november 2016

Schaf ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’ af

Foto: SP
Vaagtaal is voor veel politici een manier om beleid op te dirken of soms is het gewoon stoerdoenerij. Zo krijg je 'stippen op de horizon', 'transities' en 'ombuigingen'. Die elitaire poespas is schadelijk en kloofvergrotend, maar erger wordt het als politici bewust taal gebruiken om te misleiden. Dan kan het soms zelf kwetsend worden.

Neem het veelvuldig misbruikte begrip de ‘onderkant van de arbeidsmarkt’. Het veronderstelt dat er een ‘bovenkant van de arbeidsmarkt’ is. Oftewel: het één is beter, hoger of belangrijker dan het ander. Bij de ontslagen in de thuiszorg werd er door sommige politici gesproken over het verlies aan banen aan ’de onderkant van de arbeidsmarkt’. Toen de bouw instortte door de financiële en economische crisis en er ontslagen vielen, sprak men wederom over ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’.

Met deze terminologie proberen beleidsmakers het beeld van zwakke en zielige mensen op te roepen, maar iedereen die een dappere thuiszorger of stoere metaalwerker kent weet beter. Het zijn sterke mensen, harde werkers, trotse mannen en vrouwen die de economie én de samenleving draaiende houden. Waarom zeggen we niet gewoon wat deze mensen doen: nobele arbeid. In Groningen hebben we veel mensen die nobele arbeid verrichten of dat graag willen doen. Veel Stadjers en Pekelders werken in de zorg, schoonmaak, post, catering, beveiliging of in het openbaar vervoer, maar ook in de bouw, de SuikerUnie en in de strokartonindustrie. Dat zijn beslist geen onrendabele mensen. Iedere dag, door wind en weer, vaak in ploegendiensten, verrichten zij nobele arbeid waar we zuinig en trots op moeten zijn. We kunnen best een tijdje zonder babbelende politici, maar zonder arbeiders staat Stad en Ommeland stil.

Zij zijn niet ‘laagopgeleid’ voor ‘de onderkant van de arbeidsmarkt’. Ze zijn (vaak in de praktijk) geschoolde arbeiders die onmisbaar zijn voor onze stad, onze dorpen en onze samenleving. Het draagvlak voor hun werk in de samenleving is groot. Je vertelt op een verjaardagsfeestje toch liever dat je voor mensen zorgt of straten maakt dan dat je de hele dag vergadert? Waarom is er dan toch die kloof? Waarom is de waardering door de politiek zo afwezig? Waarom neemt uitgerekend in deze beroepsgroepen de flexibilisering van arbeid toe? Waarom gaat de discussie niet over het in stand houden en uitbreiden van maakindustrie en andere nuttige arbeid voor de toekomst van Groningen?

Politici spreken bewust niet van nobele arbeid, omdat ze dan terechte waarde zouden geven aan de inzet en onmisbaarheid van het werk. Daarom pleiten wij voor herwaardering van dit belangrijke werk en van de taal. Soms kun je met woorden mensen denigreren, maar met taal kun je ook belangrijke zaken opwaarderen. Leve de nobele arbeid van duizenden stoere arbeiders in Stad en Ommeland. Laten we schatplichtig zijn aan ons verleden en daarom een toekomst bouwen vol nobele arbeid die mensen weer verenigt in plaats van isoleert.

Trotse arbeiders laten zich dan niet afschepen met een fooi; die laten zich niet meer in de hoek drukken waar de klappen vallen; die laten zich niet meer wegzetten als slechter, lager of minder belangrijk. Het wordt tijd dat politici een kant kiezen. En dan hebben we het niet over de boven- of onderkant.

Jimmy Dijk, fractievoorzitter SP Groningen
Pim Siegers, fractievoorzitter SP Pekela

U bent hier