h

Jannie Visscher hekelt kabinetsbeleid geestelijke gezondheidszorg

9 september 2011

Jannie Visscher hekelt kabinetsbeleid geestelijke gezondheidszorg

'Kwetsbare groepen betalen de rekening van het kabinetsbeleid', luidt de kop van het artikel dat SP-wethouder Jannie Visscher geschreven heeft voor de Prinsjesdag-uitgave van het Maandblad Geestelijke Gezondheidszorg. Visscher veegt in haar bijdrage de vloer aan met het beleid van kabinet Rutte en geeft ook aan hoe het volgens haar wel moet met de geestelijke gezondheidzorg in Nederland. Het artikel volgt hieronder.

Kwetsbare groepen betalen de rekening van het kabinetsbeleid

Het kabinet Rutte heeft grote plannen met de gezondheidszorg, de verslavingszorg, de bijstand, de huurtoeslag en vele andere terreinen in de Nederlandse samenleving. Ik zie bij deze plannen vooral grote bezwaren, schadelijke gevolgen en zelfs gevaar. De veelheid aan maatregelen van dit kabinet zullen de meest kwetsbare mensen in onze samenleving onevenredig hard treffen, maar ook gevolgen hebben voor onze maatschappij als geheel.

Een greep uit de kabinetsvoornemens: Er wordt gekort op de uitkering voor jonggehandicapten. Ze moeten in veel gevallen terugvallen op hun ouders. Er wordt gekort op de bijstand: die gaat in een periode van tien jaar met zo’n 2000 euro naar beneden. Het recht op een uitkering vervalt als er in het huishouden al een inkomen is. De BTW op voedsel wordt verhoogd van 6 % naar 19 %. De huren gaan omhoog en de huurtoeslag omlaag. Mensen met een IQ tussen de 70 en 85 hebben geen recht meer op ondersteuning uit de AWBZ. Er wordt gesnoeid in de ambulante thuisbegeleiding in het speciaal onderwijs.
En dan de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg: het kabinet wil eigen bijdragen invoeren voor de eerste- en tweedelijnshulp en veel minder vergoeden dan nu het geval is. Met andere woorden: het krijgen van professionele hulp wordt heel moeilijk, zo niet onmogelijk, voor mensen die van een laag inkomen moeten rondkomen.

Met deze maatregelen treft het rijk juist de meeste kwetsbaren in onze maatschappij keihard. Kijk naar de gevolgen van de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg. De invoering van een eigen bijdrage voor de GGZ discrimineert mensen met een psychische ziekte en wekt de indruk dat dat geen echte ziekte is. Maar niets is minder waar. Wanneer je een patiënt vraagt wat hij liever heeft, een depressie of een blindedarmontsteking, zal deze vrijwel altijd kiezen voor het laatste. Iemand met een geestesziekte heeft in mijn ogen net zo veel recht op behandeling als iemand met een lichamelijke aandoening.

Door het invoeren van een eigen bijdrage zullen minder mensen hulp zoeken. Dit treft in de eerste plaats de patiënt zelf en zijn directe omgeving, maar heeft ook zijn weerslag op onze samenleving als geheel. Denk bijvoorbeeld aan mensen in de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang. Zij hebben naast psychiatrische problemen vrijwel zonder uitzondering te maken met problemen op het gebied van inkomen en schulden. Een eigen bijdrage voor noodzakelijke behandeling kunnen zij niet betalen. Met als gevolg dat deze groep wordt uitgesloten van geestelijke gezondheidszorg.

Ook bestaat het gevaar dat mensen die voor hun eigen veiligheid en die van hun omgeving een behandeling hard nodig hebben, deze niet meer krijgen. Iedereen kent de voorbeelden van mensen die verward en ontregeld grote schade hebben berokkend aan zichzelf en aan hun omgeving.

Hoe dan wel?
Ik ben het met minister Schippers eens wanneer zij constateert dat er geen land is waar zo veel mensen in behandeling zijn bij de geestelijke gezondheidszorg als in Nederland. Ook deel ik de constatering van Pieter Hilhorst (2011) dat in geen enkel land zo veel mensen een indicatie hebben voor extra zorg, zo veel kinderen met een ´rugzakje´ naar school gaan of onder toezicht staan van jeugdzorg. Wij hebben de zorg voor mensen met een beperking uit onze samenleving ´weggeorganiseerd´. Die beweging moeten we terugdraaien. Door de sociale veerkracht te versterken en te mobiliseren. Door de ‘samenredzaamheid’ in onze samenleving (zoals het door een lid van de Groninger Wmo-raad tijdens een conferentie op 12 juli omschreven werd) te bevorderen.

In Groningen zijn we daar hard mee bezig. We bereiden ons voor op de taak ‘begeleiding’ die het rijk vanuit de AWBZ aan gemeenten overdraagt. Deze begeleiding ´nieuwe stijl´ gaat uit van de menselijke maat en minder van instituties. We richten ons hierbij op het ´burger-zijn-in-een-systeem´. De focus is dus niet alleen op de persoon zelf, maar ook op zijn omgeving, zoals bijvoorbeeld mantelzorgers. Aandacht voor preventie. En ten slotte zoeken we onder de beroepskrachten meer generalisten dan specialisten en willen we minder met protocollen werken en meer koersen op de professionele deskundigheid van beroepskrachten.

Ook de instellingen in de geestelijke gezondheidszorg moeten hieraan hun steentje bijdragen en bij zichzelf te rade gaan op welke wijze de instroom in de GGZ kan worden beperkt en hoe de groei van budgetten kan worden tegengegaan. Meer mensen zouden ambulant in plaats van intramuraal behandeld moeten worden, er kan flink gesneden worden in de bureaucratie en er moet meer samengewerkt worden met de eerste lijn, zoals huisartsen.

We moeten echter niet de illusie hebben dat er met goede begeleiding geen medische zorg meer nodig is. Met een goede begeleiding bevorderen we het ´meedoen in de samenleving´ van mensen met een (psychische of anderszins) beperking. Maar voor mensen met een geestesziekte moet er altijd het recht op goede zorg zijn. Want zonder een goede behandeling van bijvoorbeeld een depressie zijn activeringspogingen bij voorbaat tot mislukken gedoemd.

De opeenstapeling van maatregelen die juist de meest kwetsbaren in de samenleving treffen leidt tot een ongewenste tweedeling in onze maatschappij. Met name gemeenten zullen de schadelijke gevolgen hiervan moeten dragen en uiteindelijk zal iedereen dit in z´n eigen leefomgeving merken. Het is van het grootste belang hier op te blijven wijzen opdat de Tweede Kamer dit najaar niet zal toestaan dat de voorgenomen maatregelen op deze wijze worden doorgevoerd.

Jannie Visscher, wethouder van Zorg en Welzijn van de gemeente Groningen

U bent hier