h

SP wil echte veranderingen in Groningen: “Het gaat ons niet om een onsje meer of minder”

29 november 2018

SP wil echte veranderingen in Groningen: “Het gaat ons niet om een onsje meer of minder”

Tijdens het debat in de gemeenteraad over de uitslag van verkiezingen heeft de SP aangegeven dat het fundamenteel anders moet in Groningen.

SP-lijsttrekker Jimmy Dijk:

“Die kans is er wel met GroenLinks, PvdA, SP en PvdD, maar ook met GroenLinks, PvdA, SP en de ChristenUnie. Dit levert in beide gevallen een stabiele meerderheid op. De vraag is dus voor welke veranderingen GroenLinks kiest. Bij de SP staat de deur wagenwijd open.”

De SP uitte haar zorgen over de steeds verder dalende opkomst bij verkiezingen. Op 21 november ging slecht 44 procent van de kiesgerechtigden naar de stembus. 

Volgens de partij hangt de dalende opkomst samen met de toenemende tweedeling en de uitholling van onze democratie door privatiseringen en vermarkting van onze publieke sector. Daarom moet de publieke sector weer van de markt teruggepakt en vervolgens gedemocratiseerd worden.  

De komende dagen zal de SP in gesprek gaan over een nieuwe college van Burgemeester en Wethouders. GroenLinks wees als grootste partij Ineke Van Gent aan als informateur. Zij zal met alle partijen verkennende gesprekken gaan voeren. 

Lees hieronder de bijdrage van de SP-fractie aan het debat over de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen: 

“Voorzitter, laat ik beginnen met de winnaars van de verkiezingen te feliciteren. Maar ook alle 45 aanwezige en gekozen raadsleden. 

Een opkomst van slechts 44 procent doet een democraat en deze socialist pijn in het hart. Deze opkomst moet iedereen zich aantrekken, en wij trekken dit onszelf dan ook erg aan. Niet alleen omdat het ons als partij in het bijzonder treft - een lage opkomst is altijd ongunstig voor de SP – maar vooral omdat er nu op 21 november een volksvertegenwoordiging gebaseerd op minder dan de helft van de Groningers is gekozen. Een dalende opkomst is al jaren een probleem wat steeds ernstigere vormen dreigt aan te nemen. 

De SP ziet in die opkomstpercentages helaas bestaande sociaaleconomische tweedeling weerspiegeld. De opkomst in de noordelijke wijken is beduidend lager dan in de zuidelijke wijken en het centrum. Laat deze verschillen nu juist overeenkomen met de tweedeling tussen arm en rijk, tussen gevoelens van een veilige en onveilige leefomgeving,  tussen leven in gezondheid of leven in ongezonde omstandigheden en tussen Groningers die hoger opgeleid zijn en Groningers die een beroepsopleiding hebben gevolgd. De verschillen tussen de dorpen zijn diffuser. Hier zien we eerder een algemene tendens van lagere opkomsten die ook zorgelijk is.  

U bent allen de afgelopen verkiezingscampagne deur aan deur geweest. Sommige partijen doen dit tegenwoordig net als de SP ook buiten verkiezingstijd. Dan zult u ook steeds vaker horen dat “De politiek één pot nat is”, dat “het niet uitmaakt of je nou door de hond of de kat gebeten wordt” en “dat er toch niets zal veranderen”. Het betreft hier Groningers in buurten en dorpen waar de opkomstpercentages vaak rond de 20 procent liggen. Niet stemmen is voor deze Groningers ‘een laatste verweer’, een protest, eentje die volgens de SP juist een averechts effect heeft en die zorgelijk is omdat vele Groningers hierdoor niet vertegenwoordigd worden. 

De SP kan zich het cynisme van deze Groningers wel enigszins voorstellen. De afgelopen 40 jaar is het besteedbare inkomen van de armste 10 procent met 30 procent gedaald. Maar ook het besteedbare inkomen van de werkende klasse als geheel is de afgelopen 40 jaar gedaald terwijl de winsten van multinationals en de inkomens van grootvermogenden zijn blijven stijgen. Dat is het gevolg van politieke keuzes van de afgelopen 40 jaar. Veel mensen hebben daardoor het gevoel dat de politiek er niet voor hén is. Begrijp me niet verkeerd: niet stemmen, is instemmen en dus heeft men wat de SP betreft altijd de plicht om te stemmen. 

Het algemeen kiesrecht dat volgend jaar 100 jaar bestaat, is verre van volkomen en volmaakt. Maar wel afgedwongen door strijdende partijen en activisten die opkwamen voor hun rechten. Dit afgedwongen stemrecht was wat de SP een eerste stap van een verregaande democratisering van de samenleving. Maar deze democratisering heeft de afgelopen 40 jaar, naast de klappen die de werkende klasse heeft moeten opvangen, flinke deuken opgelopen. Het vermarkten, privatiseren, dereguleren en verzelfstandigen van onze publieke sector, dat wat van ons allemaal is, heeft onze democratie uitgehold. Als de politiek niet meer over de publieke sector gaat, als hier niet meer de regel van “één mens, één stem” geldt, maar als hier de regel van de markt van “één euro, één stem” geldt, dan doet de politiek niet meer toe. 

Politiek is dan enkel en alleen het managen van de markt. Dit klinkt pragmatisch en praktisch, maar dit is in zijn kern sterk ideologisch. Het depolitiseren van de volksvertegenwoordiging en het lokale bestuur betekent je neerleggen bij de status quo van het neoliberale tijdperk waarin de ongelijkheid toeneemt, de publieke sector vermarkt en de democratie verder wordt uitgehold.

Het terugpakken van democratische controle en zeggenschap over dat wat van ons allemaal is. Daar is het de SP om te doen. Het gaat ons om meer democratie in onze zorg, werk, huisvesting, onderwijs, energie, klimaat, voorzieningen in buurten en wijken en over onze gezamenlijk opgebrachte welvaart. Dat zijn wat de SP betreft de belangrijkste taken van een nieuw te vormen college. Dat betekent meer dan `gewoon dingen goed regelen´, geen depolitisering of pragmatisme, maar duidelijke politieke keuzes die een tegenwicht bieden aan en fundamentele kritiek leveren op het huidige neoliberalisme. 

Zoals u van ons weet gaat het ons niet om een onsje meer of minder. Natuurlijk moeten er meer woningen worden gebouwd, natuurlijk moet de inkomensondersteuning omhoog en moeten de eigen bijdrages in de zorg worden afgeschaft. Maar het moet niet blijven bij het plakken van pleisters zonder de oorzaken van het probleem aan te pakken.

Wat de SP betreft moet het daarom fundamenteel anders. GroenLinks heeft aangegeven dat zij inzet op een links-progressief college en voor echte verandering te willen gaan. Die kans is er nu. Deze fundamentele veranderingen komen er alleen niet met de VVD. Maar die kans is er wel met GL, PvdA, SP en PvdD, maar ook met GL, PvdA, SP en de ChristenUnie. Dit levert in beide gevallen een stabiele meerderheid op. De vraag is dus voor welke veranderingen GroenLinks kiest. Bij de SP staat de deur wagenwijd open.”

U bent hier